HIER STAAT BEWUST GEEN CARTOON OMDAT DIE MOGELIJK DOOR IEMAND ALS KWETSEND KAN BESCHOUWD WORDEN
Geen bron
Vandaag koppen een aantal kranten dat de Karel De Grote Hogeschool een onderzoek heeft ingesteld met betrekking tot een racistische cartoon die getoond werd in het vak Staatsrecht. Na dit onderzoek reageerden ze, ongetwijfeld opgelucht, dat de cartoon noch de mening van de docent noch die van de hogeschool in kwestie vertegenwoordigt. Nogal wiedes, denk ik dan, aangezien er voor zover ik me bewust ben geen structureel racisme wordt onderwezen in deze hogeschool. Of dat hoop ik alleszins toch.
Wat is hier dan wel aan de hand? Zoals zo vaak wordt de lont aan het vuur gestoken door een enkeling wiens verdraagzaamheidspeil gevoelig onder de middelmaat ligt. In dit geval een studente die meent dat de specifieke cartoon niet het beste voorbeeld is wegens ‘te shockerend’ en had moeten vervangen worden door een ander voorbeeld. Dat dat alternatieve voorbeeld misschien even shockerend kan zijn voor een ander publiek, zal haar waarschijnlijk een zorg wezen.
Dat is trouwens niet eens het meest relevante aan deze discussie. Het gaat over het principe dat iets als voorbeeld gebruikt wordt om een les te stofferen en dat men ogenblikkelijk de discussie verlegt naar het feit of de degene die het voorbeeld toont, en in uitbreiding de instantie waar het voorval zich voordoet, ook impliciet de goedkeuring wegdraagt voor het getoonde. Een brug te ver toch?
Het is dat denkpatroon dat dringend op de korrel genomen moet worden. Voorbeelden laten vervangen in een theoretische discussie om niemand voor de borst te stuiten, begint aardig naar censuur te ruiken. Bij voorbaat zaken moet uitsluiten waarover men mag discussiëren en de ideeën niet meer vrij laten doet een zeer akelig beeld opdoemen.
Zullen we anders een andere stelling poneren om over te filosoferen zonder een cartoon te laten zien? Monotheïstische godsdiensten zijn per definitie op uitsluiting gebaseerd, niet zelden gepaard met een gebrek voor enige zelfrelativering. Het moet daarom niet verbazen dat een cartoon en het niet kunnen plaatsen ervan in een context voor een aantal van hun aanhangers geen vreemde hersenkronkel is.